VERVROEGDE DOORSTROMING: DE NAZORG…

…En de leerkracht…

Wat vraagt het van jou, de nieuwe leerkracht, als er een vervroegde doorstromer in jouw groep komt?

In een eerder artikel heb ik uitvoerig stilgestaan bij het proces dat voorafgaat aan de beslissing om de leerling leertijdverkorting aan te bieden. Bij de voorbereiding naar de overstap is het belangrijk en hoop ik dat er ook stilgestaan is bij de vraag wat de ontvangende leerkracht nodig heeft om deze nieuwe leerling, vaak met een eigen leerlijn, te kunnen begeleiden.

DE MOGELIJKE VRAGEN VAN DE LEERKRACHT

Ik hoor vaak dat de leerkracht ‘bang’ is dat deze leerling misschien:

  • moeite zal krijgen met de lesstof en zichzelf
  • strategieën aanleert die niet passen bij mijn beleving van een goede strategie”
  • “me iets vraagt waar ik het antwoord niet op weet?”
  • “het sociaal emotioneel toch niet aankan?”
  • kennishiaten krijgt waar ik als leerkracht op afgerekend word”

MAAR OOK HOOR IK:

• “Wat moet ik met de vervroegd doorgestroomde kleuter; zijn motoriek laat niet toe dat hij mee kan met de rest van groep 3”

• ‘Wie zegt mij dat hij in deze groep zijn werk wel op tijd af heeft, in tegenstelling tot zijn werktempo in de vorige groep?”

• “Wat geef ik hem als hij het extra!! werk iedere keer zo snel af heeft?”

• “Moet hij niet eerst zijn sociale vaardigheden in de huidige groep laten zien voor we hem laten doorstromen naar een hogere groep met oudere leerlingen?”

• “Gelukkig gebeurt dat maar één keer per jaar, na de zomervakantie, dat zo’n slimme leerling wordt toegevoegd aan mijn groep.”

Ik omarm deze vragende leerkracht met heel mijn hart. Deze leerkracht is serieus en durft zich kwetsbaar op te stellen door zijn vragen met betrekking tot de begeleiding van deze nieuwe leerling te ventileren.

De onzekerheden die hierboven beschreven staan zal ik hieronder onder de loep nemen. Het is een begin in de manier van kijken naar een ‘probleem’ dat misschien helemaal geen probleem is als het bespreekbaar is. ‘Wat als het wél lukt’ kan een mooi uitgangspunt zijn.

We geven het kind het voordeel van de twijfel. Dat mag vaker gebeuren. Als de vragende leerkracht serieus genomen wordt, komt het met de begeleiding van de leerling ook wel goed. De onzekerheden van de leerkracht zijn vaak een afspiegeling van de onzekerheden, en soms zichtbaar gedrag, van de leerling.

OM MET DE EERSTE VRAAG TE BEGINNEN:

Moeite met leren: Dat is eigenlijk precies waar je de leerling wilt hebben: in de lerende modus, en dat betekent inspanning leveren voor een taak. Dat is dus juist een positieve ontwikkeling.

Wat is de definitie van een goede strategie? Het kind zal graag zijn creatief oplossend vermogen gebruiken en jou als leerkracht verbazen met zijn gekozen strategie. Wat is goed en wat is fout? Kan jij openstaan voor dit talent van de leerling? Weet je hoe je ermee om zou kúnnen gaan?

Als leerkracht het antwoord niet weten: Je hoeft als leerkracht niet alles te weten. Dat verwacht niemand van je. Het kan fijn zijn als een leerling de expert van een onderwerp is. Dat mag ruimte krijgen en gestimuleerd worden.

Wat laat het kind zien waardoor jij denkt dat hij het sociaal emotioneel niet aan kan? Vraag de leerling wat hij nodig heeft! Hij weet het antwoord vaak heel goed.

Kennishiaten: Is dit een risico van vervroegde doorstroming of was dit risico er ook, of júist, als de leerling niet vervroegd zou zijn doorgestroomd? Een belangrijke vraag om serieus mee te nemen in een beslissing.

Laat motoriek nooit een reden zijn om een kleuter niet vervroegd te laten doorstromen. Er is vast ruimte binnen de tijd waarin de groep nieuwe lesstof oefent die extra ingezet kan worden voor het oefenen van de motoriek. Vaak is de motoriek leeftijd gerelateerd en loopt hij hier niet achter maar precies op niveau. Denk ook hier oplossingsgericht.

Werktempo: Waardoor liet de leerling in de vorige groep een laag werktempo zien? Lag het werk in de lijn van iets nieuws leren of was het alleen maar herhalen van dat wat hij al wist? Dat bevordert niet de motivatie om je in te spannen.

Werk snel af: Als de leerling uitgenodigd wordt zijn talenten te gebruiken, open opdrachten met een duidelijk leerdoel, zal hij inspanning laten zien en niet snel klaar zijn met zijn taak. Dit in tegenstelling tot het werkboekje met de kopietjes.

Sociale vaardigheden: Wat wil je van de leerling zien en waarom laat de leerling jou dat niet zien? Heb je de leerling een omgeving geboden waarin het jou kan laten zien wat je verwacht?

Eén keer per jaar: Waarom moet een leerling wachten met doorstromen als het onderzoek al in oktober laat zien dat deze leerling eigenlijk kan versnellen?

WAT ALS HET WEL LUKT?

De antwoorden op bovenstaande vragen en onzekerheden zullen altijd verweven zijn met de antwoorden op de twee onderstaande vragen voordat er overgegaan wordt tot vervroegde doorstroming, namelijk:

  1. Wat zouden de effecten op de leerling kunnen zijn als hij in zijn huidige groep blijft?
  2. Wat zouden de effecten kunnen zijn als de leerling eerder naar een hogere groep gaat?

Zodra deze twee vragen beantwoord zijn, zal je de ‘onzekerheden’ van de leerkracht om kunnen zetten in doelen waaraan gewerkt gaat worden. Want is dat niet wat we allemaal willen? Concrete doelen waar je aan kunt werken, die een lerende inspanning van je vragen, binnen de mogelijkheden van de leerkracht, het kind en de ouders!

Hoe fijn zal het zijn als we, na alles onder de loep te hebben genomen, uit durven gaan van de vraag ‘Wat als het wèl lukt’?

Ik ben voor.
Jij ook?

Dit artikel verscheen ook in Signaal 71 van Oudervereniging Pharos.
Wil je dit blogbericht delen? Graag! Klik hiervoor op deze pfd.